We trekken drie weken door Ladakh, een autonoom gebied in het Indische grensgebied met Pakistan en China.
We bezoeken Leh, de hoofdplaats van Ladakh.
Een typisch Aziatisch plaatje, met verkoop van etenswaren op de straatstoep.
Leh is gelegen op 3500 meter hoogte, goed voor de acclimatisatie.
Boedhistische stupas en gompas sieren het landschap.
De witte Shanti stupa, in 1983 gebouwd door de Japanners.
Het zijn mooi versierde heiligdommen.
Bezoek aan het klooster van Spituk. Het hoofdklooster van de Gelugpa-orde in geheel Ladakh.
We hebben vanop het dak een uitgestrekt zicht op de brede vallei.
Avalokitesvara, de bodhisattva of compassion.
Wandschilderingen aan de ingang van de gebedshal.
De 108 boeken van het Boedhisme.
We varen met een soort raftboot op de Indus.
De Indus baant zich een weg doorheen een indrukwekkende canyon.
We overnachten bij een lokale familie in Nimoo.
Met een kabelbaantje steken we de brede Zanskarrivier over.
We wandelen zes dagen lang door de Markhavallei.
De bagage wordt vervoerd door paarden.
De vallei kenmerkt zich door een opeenvolging van dorre en groene zones.
De chorten die we langs links moeten passeren.
Aan de horizon zicht op hoge Himalayatoppen.
Bezoek aan het klooster van Hemis.
We stappen vijf dagen doorheen de Nubravallei.
Bezoek aan een lokale dorpsgemeenschap.
Bezoek aan het klooster van Shey.
Met jeeps rijden we twee dagen doorheen een machtig landschap.